Met inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn veel regels rond de fysieke leefomgeving samengevoegd. Ook worden nieuwe instrumenten geïntroduceerd en procedures aangepast. Deze instrumenten en procedures spelen ook een belangrijke rol bij de energietransitie. Kan de Omgevingswet als vliegwiel werken?
Energietransitie, wat is het? De energietransitie is de verandering van het energiesysteem, waarbij hernieuwbare energiebronnen de fossiele energiebronnen vervangen. Hoe die overgang eruit komt te zien, wordt bijvoorbeeld geconcretiseerd in verschillende beleidsdocumenten die het Rijk opstelde. Hierin maken zij strategische keuzes voor het toekomstige energiesysteem (bijvoorbeeld Nationaal Plan Energiesysteem). Hierin worden vier verschillende energieketens uitgewerkt, die in de toekomst van belang zijn: elektriciteit, waterstof, koolstof en warmte.
De Rijksoverheid ziet belangrijke taken weggelegd voor het afstemmen van die ketens, vraag en aanbod van energievormen en de benodigde infrastructuur. Daarom maken zij onder meer keuzes voor bepaalde hoogspanningsverbindingen, buisleidingen van nationaal belang en locaties voor grootschalige energieproductie en -opslag. Daarnaast zijn er op regionaal niveau de Regionale Energiestrategieën (RES), waarin keuzes worden gemaakt voor locaties voor onder meer wind- en zonne-energieprojecten.
Energiesysteem als onderdeel van de fysieke leefomgeving De Omgevingswet gaat over de fysieke leefomgeving. Bijvoorbeeld over bouwwerken en infrastructuur. Maar ook over een zuinig gebruik van energie en grondstoffen. Dit omvat de fysieke kant van het energiesysteem, zoals dat richting 2030 en 2050 vorm moet krijgen, met bijvoorbeeld windturbines en zonnepanelen.
De Omgevingswet gaat echter niet alleen over de fysiek zichtbare onderdelen van het energiesysteem. Omdat de beheersing van het klimaat en een zuinig gebruik van energie en grondstoffen ook onderdeel is van de fysieke leefomgeving, is de Omgevingswet ook van betekenis voor de vraag of de energie, die wordt geproduceerd, getransporteerd en verbruikt, fossiel of hernieuwbaar is. Tegelijkertijd zijn er ook onderwerpen die te maken hebben met de energietransitie, die niet onder de fysieke leefomgeving vallen.
In energiewetgeving is bijvoorbeeld geregeld wie elektriciteit, gas of warmte mag produceren, wie toezicht houdt op transport en de levering en hoe consumenten worden beschermd tegen storingen of onredelijke tarieven. Dit soort onderwerpen vallen niet onder de fysieke leefomgeving en dus ook niet onder de Omgevingswet. Dit wordt vaak de marktordening genoemd.
Deze marktordening is geregeld in de Elektriciteitswet 1998 (E-wet) en de Gaswet. Naar verwachting worden deze wetten in 2025 vervangen door de Energiewet. De E-wet en de Gaswet regelen dat provincies en gemeenten geen regels mogen stellen in het belang van de energievoorziening. Dit uitgangspunt wordt overgenomen in de Energiewet. Het beperkt de mogelijkheden voor provincie en gemeente om te sturen op de energietransitie voor wat betreft het energiesysteem, bijvoorbeeld over de rol van netbeheerders bij aardgaslevering. Gemeente en provincie kunnen wel regels stellen over andere belangen, zoals ruimtelijke ordening. Ook als die regels mede raken aan het belang van de energievoorziening.
Kansen voor de energietransitie met nieuwe instrument onder de Omgevingswet De Omgevingswet geeft overheden verschillende instrumenten die zij kunnen gebruiken om de energietransitie te realiseren. Hieronder drie voorbeelden:
1. Omgevingsprogramma Het omgevingsprogramma is een nieuw beleidsinstrument. Het programma bevat maatregelen waarmee de overheid, die het programma vaststelt, invulling wil geven aan een bepaalde ambitie. Ambities van gemeente en provincie staan in hun omgevingsvisie. In het omgevingsprogramma werken zij die concrete ambities nader uit. Bijvoorbeeld door bij de realisatie van warmtenetten of het oplossen van netcongestie aan te geven welke rol zij daarbij nemen en welke instrumenten zij inzetten.
2. Omgevingsplan Het omgevingsplan bevat alle gemeentelijke regels voor de fysieke leefomgeving. Dat kunnen dus ook regels zijn over energie of warmte. Zo kan het omgevingsplan voorwaarden bevatten voor bepaalde kleinschalige energieinfrastructuur, zoals regels voor warmtepompen over locatie, geluidshinder en veiligheid. Die voorwaarden kunnen de energietransitie stimuleren.
Anders dan voorheen kunnen in het omgevingsplan ook omgevingswaarden worden opgenomen. Dat zijn doelstellingen voor onderdelen van de fysieke leefomgeving, die binnen een bepaald termijn moeten worden gerealiseerd. Een omgevingswaarde kan bijvoorbeeld inhouden dat een bepaald percentage dakoppervlak in 2030 voorzien moet zijn van zonnepanelen.
Het college van burgermeester en wethouders moet die waarde dan behalen, of zich daar in ieder geval voor inspannen.
Een omgevingsplan kan ook directe verplichtingen voor grondeigenaren bevatten, voor het aardgasvrij maken van wijken.
3. Projectbesluit Het projectbesluit speelt vooral bij grotere energieprojecten een rol, zoals windparken. Het Rijk of de provincie kan een projectbesluit nemen, als er een nationaal of provinciaal belang met het project is gemoeid. Daarnaast wijzen de E-wet en de Gaswet bepaalde energieprojecten aan als projecten van nationaal of provinciaal belang, waarvoor een projectbesluit verplicht is. Kenmerk van het projectbesluit is dat het in één keer de regels op een locatie wijzigt om het project mogelijk te maken. Deze regels maken direct onderdeel uit van het omgevingsplan. Daarnaast kan het ook andere benodigde toestemmingen bevatten, zoals een omgevingsvergunning voor het bouwen. Er geldt een speciale procedure waarin eerst onderzoek wordt gedaan naar verschillende alternatieve invullen van het project.
Samenhang met andere relevante wetgeving voor de energietransitie Hoewel de Omgevingswet de vindbaarheid van de regels voor de energietransitie overzichtelijker maakt, blijft ook andere wetgeving van belang. Zoals de Mijnbouwwet. Die wet is belangrijk voor de realisatie van aardwarmteprojecten. Voor het opsporen en winnen van aardwarmte is, behalve een omgevingsvergunning, ook een vergunning op grond van de Mijnbouwwet nodig. Voor het succesvol realiseren van warmteprojecten, moeten deze vergunningen goed op elkaar zijn afgestemd. Vooral als verschillende overheden betrokken zijn.
Verder zijn nog twee andere wetsvoorstellen cruciaal voor een succesvolle bijdrage van de Omgevingswet aan de energietransitie: Wetsvoorstel collectieve warmte (Wcw) en Wetsvoorstel gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). Daarmee kunnen gemeenten de keuze maken om bestaande wijken met hernieuwbare warmte te verwarmen, in plaats van met aardgas. In het omgevingsplan kan de gemeente regelen dat een bepaalde wijk op termijn wordt afgesloten van aardgas. Ook kan de gemeente een warmtebedrijf aanwijzen, die de verantwoordelijkheid draagt voor de productie en levering van die warmte. Die keuze staat los van het omgevingsplan, maar heeft wel gevolgen voor het gebied en de voorwaarden waaronder een wijk aardgasvrij kan worden gemaakt.
Hoe kun je nu al stappen zetten om het vliegwiel te benutten?
Stel een omgevingsprogramma op, waarin je concreet maakt welke rol je als overheid ziet bij een bepaald vraagstuk in de energietransitie. Bijvoorbeeld netcongestie of de warmtetransitie. Daarin bepaal je ook welke instrumenten en middelen je wilt inzetten om die rol waar te maken. En met welke partijen je daarvoor moet samenwerken.
Bepaal de randvoorwaarden die je in het omgevingsplan wilt hanteren voor bijvoorbeeld warmtepompen, warmte- en koudeopslag en batterijen. Deze kun je dan direct vertalen naar regels op maat, als je het omgevingsplan moet wijzigen vanwege een gebiedsontwikkeling en, afhankelijk van je ambities, vormgeven.
(Bron: Binnenlands Bestuur)
Gezocht! Fractiemedewerker Eerste Kamer
Onafhankelijke Politiek Nederland (OPNL) zoekt op korte termijn
Fractiemedewerker
Heb je altijd al willen bijdragen aan het wetgevingsproces in het hart van de Nederlandse democratie? De Eerste Kamerfractie van Onafhankelijke Politiek Nederland (OPNL) is op zoek naar een fractiemedewerker (0.5 fte) die bij kan dragen aan de behandeling van wetsvoorstellen.
Wij bieden geen arbeidscontract, maar zoeken zelfstandigen of mensen die ZZP’er willen worden voor deze functie.
Standplaats: Den Haag Uren per week: 16 – 20 uur Vergoeding: € 2.750,00 per maand (excl. btw) Opleiding: Academisch niveau of daaraan gelijk te stellen praktijkervaring en kennis.
Organisatie Als wetsvoorstellen zijn aangenomen door de Tweede Kamer, kijkt de Eerste Kamer nog een keer grondig naar elk wetsvoorstel om deze voorstellen vervolgens definitief te aanvaarden of te verwerpen. Daarbij zijn, onder andere, de grondwettelijkheid en uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel specifieke aandachtspunten.
Momenteel is Auke van der Goot de senator namens OPNL. De Eerste Kamerfractie van OPNL heeft op dit moment één fractiemedewerker in Den Haag.
OPNL is een platform van onafhankelijke provinciale partijen. Zij werken samen, leren van elkaar, maar behouden hun eigen identiteit. Op hun beurt bouwen deze provinciale partijen een platform in hun eigen provincie, bestaande uit onafhankelijke lokale (gemeentelijke) partijen. Kijk voor meer informatie over OPNL op de website opnl.nl.
Taken Je ondersteunt de senator bij de voorbereiding van de behandeling van wetsvoorstellen. Je bent hierbij betrokken bij het gehele proces: van het samenvatten van de wetsvoorstellen en begeleidende informatie (zoals het advies van de Raad van State) en het formuleren van concept-fractiestandpunten tot het formuleren van schriftelijke inbreng (vragen aan de verantwoordelijke minister of staatssecretaris) en de voorbereiding van de plenaire behandeling.
Een greep uit de taken;
Doorgronden van wetsvoorstellen en deze vertalen in begrijpelijke taal.
Formuleren van schriftelijke inbreng of plenaire spreekteksten.
Volgen van ontwikkelingen op beleidsdossiers.
Bijwonen commissie- en plenaire vergaderingen Eerste Kamer.
Bijwonen(digitale) bijeenkomsten Steunfractie OPNL (hierin hebben de provinciale politici zitting)
Wie ben jij
Een gedreven, politiek geëngageerd persoon die het gedachtegoed van de onafhankelijke politiek een warm hart toedraagt.
Je hebt een academische niveau of daaraan gelijk te stellen praktijkervaring en kennis.
Je hebt een vlotte, scherpe pen en beheerst de Nederlandse taal goed.
Discreet omgaan met politieke informatie is voor jou vanzelfsprekend.
In een omgeving waar de druk soms hoog is, weet jij het hoofd koel te houden.
Je kunt goed prioriteiten stellen en kan zelfstandig onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaak.
Wij zijn op zoek naar iemand die een bijdrage kan leveren aan de kwaliteit en uitvoering van wetgeving.
Het is een pré als je een achtergrond hebt met de volgende onderwerpen: economie, klimaat, infrastructuur, natuur en landbouw en de transitie vraagstukken die daar spelen.
Maar laat het je niet weerhouden om te solliciteren wanneer je een andere achtergrond hebt
Wat bieden wij
Je werkt deels thuis en deels in de fractiekamer in Den Haag.
Met het werk dat je hier doet heb je directe invloed op ons mooie land.
Wij gaan een dienstverleningscontract aan voor een periode gelijk aan de zittingstermijn van onze senator.
Je ontvangt een vrij hoge vergoeding van € 2.750,00 (excl. BTW) per maand.
Meer informatie over de vacature? Dat kan! Neem hiervoor contact op met Ton Raven via 06-11 58 11 10.
Procedure Je kunt een motivatiebrief, waarin je aangeeft hoe jij kunt bijdragen aan het werk in de Eerste Kamer, sturen naar ton.raven@eerstekamer.nl.
Vergeet je CV niet mee te sturen. Als je op voorhand voorkeur hebt voor specifieke beleidsterreinen kun je dit in je sollicitatie aangeven.
De deadline voor het insturen van je sollicitatie is 22 maart 2024. De sollicitatiegesprekken vinden plaats in week 13 en 14, in Den Haag.
Wout Jansen is wethouder!
Wout Jansen is alom bekend binnen OPNL. Hij is voorzitter van Sterk Lokaal Flevoland en zit in onze Ledenraad. Maar hij is ook al enige tijd weer statenlid.
Daar komt nu een einde aan, want Wout Janssen is sinds 8 februari wethouder in Noordoostpolder. Dat doet hij op verzoek van Ons Noordoostpolder, een lokale partij die is aangesloten bij Sterk Lokaal Flevoland.
In Provinciale Staten van Flevoland wordt Wout opgevolgd door Lex Ruyssenaars. Het bestuur van OPNL feliciteert Wout en Lex met hun nieuwe functies. (Bron: OPNL)
Onderwerp: schriftelijke vragen conform artikel 38
In krantenartikel de Limburger van 13 januari j.l. wordt aangegeven dat Rijkswaterstaat bezorgd is over files op de N277 (Middelpeelweg) als Toverland en hippisch park door gaan groeien.
De N277 betreft een Provinciale weg die grote en soms afgelegen delen van Noord-Limburg met de A67 verbindt. In de toekomst is er sprake van een groeipotentieel van Toverland en het hippisch park. Inwoners en bezoekers merken nu al dat er forse verkeersopstoppingen op de N277 en het verdere onderliggend wegennet zijn. Dit vooral op momenten, zoals “Halloween nights”. Omdat het een Provinciale weg betreft, en er nu soms al drukte heerst, heeft Lokaal-Limburg daarover ook zorgen en stellen we enkele vragen aan het college.
Vraag 1 Deelt het college de zorgen van Rijkswaterstaat voor wat betreft de N277? De N277 is een belangrijke as van de A67 richting Kronenberg, Sevenum, America, Ysselsteyn, Venray, maar ook zuidwaarts, richting Helden en Kessel. Voor hulpdiensten zijn goed en snel bereikbare plattelandsdorpen belangrijk. Ook Lokaal-Limburg heeft zich eerder al bezorgd getoond over de langere aanrijtijden van ambulances in delen van de provincie.
Vraag 2 Is het bij het college bekend of opstoppingen al hebben geleid tot vertraagde opkomsttijden van hulpdiensten in de betreffende plattelandsdorpen of de attractie- en vakantieparken?
Vraag 3 Is het college bereid om deze (mogelijke) problematiek in de gesprekken mee te nemen? Zo nee, waarom niet? De Limburger meldt: “In twee brieven uit minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat, waaronder de verantwoordelijkheid Rijkswaterstaat valt, zijn zorgen richting de gemeente Horst aan de Maas, waar beide uitbreidingsplannen onlangs ter inzage lagen. In de verlening van de vergunningen wordt niet integraal gekeken, dat wil zeggen voor enkel de afzonderlijke ontwikkelingen worden de gevolgen voor het verkeer in kaart gebracht.”
De minister wil volgens het artikel ook dat Rijkswaterstaat beter betrokken wordt bij de vergunningaanvragen. Het valt Lokaal-Limburg op dat de rol van de provincie niet prominent in beeld is, omdat het hier wel een provinciale weg betreft. Daarbij komt dat de provincie (in de toekomst) mogelijk maatregelen zal moeten nemen voor de verkeersdoorstroming, in overleg met alle betrokken partners. Wel wordt gemeld dat de provincie bij het ambtelijk overleg aanwezig is.
Vraag 4 Is het college voornemens, om de andere stakeholders op hun verantwoordelijkheden te wijzen en bij extra toekomstige kosten ons via de IPML of anderszins op de hoogte te houden van de ontwikkelingen? Zo nee, waarom niet?
Lokaal-Limburg Raimond Franssen Leon van den Beucken
Grensoverschrijdende samenwerking
Situatie van de grenswerkers en het potentieel van de grensregionale arbeidsmarkt
Dat was op vrijdag 26 januari 2024 onderwerp van gesprek van Dr. Marcus Optendrenk, minister van Financiën van Noordrijn-Westfalen met Ad Roest, oud-gedeputeerde van de provincie Limburg en Auke van der Goot, lid van de Eerste Kamer voor OPNL. Een interessant gesprek over een voor Limburg en NRW belangwekkend thema, namelijk hoe de grensregionale arbeidsmarkt langs de grens met Nederland en Duitsland kan worden verbeterd. Te denken valt bijvoorbeeld aan de harmonisatie van de regels voor de fiscaliteit en de regels voor sociale zekerheid. Dat zou op betrekkelijk korte termijn kunnen middels een Protocol bij het bestaande bilaterale belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland.
De sociale partners aan weerszijden van de Nederlands-Duitse grens, werkgevers en werknemers, zouden daarbij behulpzaam kunnen zijn. Zij kunnen bijvoorbeeld in goed overleg met lokale en regionale politici gezamenlijk meer druk uitoefenen op de regeringen in beide landen, zodat de urgentie richting Berlijn en Den Haag – nog beter dan nu al het geval is – zichtbaar wordt gemaakt. l
Ik hoop dat dit signaal aan Nederlandse kant wordt opgepakt in onze grensprovincies langs de grens met Duitsland. Misschien een mooi gespreksthema voor de Aspergerie in Venlo op 12 april dit jaar? Of bij een ander evenement dit voorjaar in Duitsland? Ik ben benieuwd.
Auke van der Goot Senator OPNL
Roy Luca wethouder in Woerden
OPNL kent Roy Luca als algemeen bestuurslid, maar het is nog niet bij iedereen bekend dat hij 25 januari j.l. is benoemd tot wethouder in Woerden. Hier neemt hij de functie over van Ad de Regt van Lijst van der Does. Namens die partij wordt Roy Luca verantwoordelijk voor verkeer en openbare ruimte.
Tot eerder deze week was Luca raadslid in Zeist namens Seyst.Nu, eerder was hij hier ook al eens wethouder. In Zeist wordt zijn raadszetel overgenomen door Tijmen Visser. “Ik maak heel graag plaats voor Tijmen, die staat te popelen om als raadslid te mogen beginnen”, aldus Luca. “Wij blijven ons ook samen inzetten om Seyst.Nu nog groter te maken.”
Namens Lokaal-Limburg wil ik graag enkele technische vragen stellen met betrekking tot het dossier-Californië. Hieronder treft u de specifieke vragen aan:
1. Constructie van Californië BV:
Hoe is de juridische en organisatorische constructie van Californië BV?
Welke andere BV’s zijn direct of indirect betrokken bij Californië BV?
Kunt u dit schematisch aangeven ?
Kunt u het procentueel belang aangeven van de provincie Limburg in het overzicht?
2. Constructie van Greenport BV
Hoe is de juridische en organisatorische constructie van Californië BV?
Welke andere BV’s zijn direct of indirect betrokken bij Californië BV?
Kunt u dit schematisch aangeven ?
Kunt u het procentueel belang aangeven van de provincie Limburg in het overzicht?
3. Tijdslijn van het Californië dossier:
Kunnen wij een gedetailleerde tijdslijn ontvangen met betrekking tot het dossier ” Californië ” vanaf de oprichting tot heden?
Gaarne een overzicht vanaf de oprichting tot heden van bestuurders, raad van commissarissen en raad van toezicht?
Kunnen wij een gedetailleerde tijdslijn ontvangen van de overleggen die gevoerd zijn met ambtenaren, deputé met de verantwoordelijk bestuurders van Californië BV vanaf de oprichting tot heden?
Kunt u de gespreksnota’s/notulen van deze overleggen ons laten toekomen?
Kunt u ons de gespreksverslagen laten toekomen tussen de verschillende aandeelhouders vanaf oprichting tot op heden?
4. Informeren
Bij welke soort besluiten en vanaf welk bedrag moet Californië BV haar directe en indirecte aandeelhouders actief en terstond informeren?
Wij vertrouwen erop dat u deze vragen zo spoedig mogelijk kunt beantwoorden en de benodigde informatie kunt verstrekken.
Betreft schriftelijke vragen conform Art. 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid H.G.A. (Bertie) Steur, PARTIJ VOOR ZEELAND (PVZ), n.a.v. een artikel in de PZC m.b.t. ‘Uitbreidingsplannen Defensie: laagvliegende helikopters boven Zeeland en eigen plek in haven’.
De PARTIJ VOOR ZEELAND (PVZ) onderkent dat de gewijzigde situatie in de wereld aanleiding geeft om het leger meer ruimte te geven, er zijn echter in Zeeland wel een aantal omstandigheden waar o.i. rekening mee dient te worden gehouden.
Wat de PARTIJ VOOR ZEELAND (PVZ) betreft is het stikstofprobleem vooral een juridisch probleem, echter is dit wel de werkelijkheid waar wij mee te maken hebben, en vragen wij ons af in hoeverre deze activiteiten Zeeland verder op slot kunnen zetten.
Daarnaast lazen wij over grote gebieden welke aangemerkt worden als laagvlieggebied voor legerhelikopters. Naast de onwenselijke situatie voor onze inwoners vragen wij ons ook af wat dit zal betekenen voor het toeristisch product; de charme van met een handdoek op het strand liggen of wandelen zal toch wat minder worden indien men van de handdoek wordt geblazen of in een lokale zandstorm terecht komt. Stilte in de natuur opzoeken met laagvliegende helikopters, is waarschijnlijk ook niet direct wat de toerist voor ogen heeft.
Vragen
Is Defensie reeds met Gedeputeerde Staten in gesprek over voornoemde plannen en de (locatie van de) laagvlieggebieden? Graag een toelichting.
Deelt uw college onze zorgen betreffende de impact op onze inwoners en het toeristisch product en bent u bereid om hierover in gesprek te gaan met Defensie? Graag een toelichting.
Heeft bij uw weten Defensie al een berekening gemaakt betreffende de toename van de stikstofbelasting aangaande Zeeland? Zo ja, wat was hiervan de uitkomst? Zo nee, heeft uw college zelf zicht op wat deze nieuwe activiteiten voor de stikstofproblematiek zouden kunnen betekenen? Graag een toelichting.
In afwachting van uw beantwoording, verblijven wij.
Wat verandert er per 1 januari 2024 onder meer qua wet- en regelgeving voor gemeenten? De Omgevingswet treedt uiteindelijk in werking en het naamrecht verandert ingrijpend. Ook zijn er nieuwe bouwregels en meer. Een overzicht.
Inwerkingtreding Omgevingswet Op 1 januari moet het dan eindelijk toch echt gebeuren, de invoering van de Omgevingswet. De wet werd 5 keer uitgesteld, wat vooral kwam door het DSO dat de uitvoering technisch ondersteunt. En dat blijft volgens de Eerste Kamer nog steeds een probleem. Het is de bedoeling dat iedereen in een nieuw omgevingsloket een vergunning kan aanvragen voor een bouwproject.
Gecombineerde achternaam Na de Omgevingswet is een van de meest ingrijpende veranderingen die van het naamrecht. Kinderen kunnen vanaf 1 januari 2024 de achternaam van beide ouders krijgen als het eerste kind wordt geboren op of na die datum. De combinatienaam geldt vervolgens voor al hun volgende kinderen. Door een overgangsregeling kunnen ouders alsnog een dubbele achternaam kiezen als het eerste kind na 1 januari 2016 geboren is. Zij hebben daar één jaar de tijd voor. Bij gemeenten moeten burgerzakenapplicaties worden aangepast en ook veranderen gemeentelijke werkprocessen.
Uitbreiding sluitingsbevoegdheid woningen Ook bij ordeverstoring door ernstig geweld of bedreiging daarmee, beschieting van een pand en als een wapen wordt aangetroffen, kan de burgemeester vanaf 1 januari een woning sluiten. Burgemeesters mochten al een woning sluiten bij ernstige verstoring van de openbare orde door gedragingen die plaatsvinden in die woning. Maar dat bleek niet toereikend.
Doxing strafbaar Het delen van persoonsgegevens met de bedoeling om diegene te intimideren, oftewel doxing, is vanaf 1 januari strafbaar.
Het fenomeen doxing komt veel voor. Persoonlijke gegevens, zoals adressen en telefoonnummers, maar ook privéinformatie over gezinsleden, worden verspreid in appgroepen zodat deze kunnen worden gebruikt om iemand angst aan te jagen. Burgemeesters, wethouders, handhavers en andere medewerkers van gemeenten zijn regelmatig slachtoffer.
Landelijke normen voor nieuwbouw De mogelijkheid tot gemeentelijke maatwerkregels voor energie- en milieuprestatie bij nieuwbouw treedt niet in werking.
Dat voornemen was er eerder wel. Dit betekent dat gemeenten geen hogere eisen aan deze onderdelen mogen stellen dan het Besluit bouwwerken Leefomgeving (Bbl) voorschrijft. De landelijke normen voor nieuwbouw, die eigenlijk pas in 2025 in zouden gaan, gelden al vanaf 1 januari 2024.
Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp Op 1 januari treedt de Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp in werking. Daarin zijn de rechten van kinderen die in een instelling voor gesloten jeugdhulp verblijven, duidelijk vastgelegd. Er zijn strenge voorwaarden voor het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen, om deze terug te dringen. Het uitgangspunt is ‘nee, tenzij’. Er zijn aanvullende eisen gesteld aan een aantal specifieke maatregelen, afzonderingsruimtes en de fysieke en sociale veiligheid in de gesloten jeugdhulp.
Eigen bijdrage Wmo omhoog De eigen bijdrage voor hulp uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gaat omhoog van 19 euro naar 20,60 per maand. Gemeenten mogen nog wel een lager bedrag aan hun inwoners vragen. Zo vroeg Amsterdam eerder 14,10 euro, maar verhoogt het bedrag nu ook naar de landelijke norm. Wel compenseert de hoofdstad een deel van haar inwoners.
Leges paspoort en identiteitskaart Voor een paspoort mag in 2024 maximaal 83,87 euro voor wie 18 jaar of ouder is worden gerekend en 63,42 voor wie 17 jaar of jonger is. Het bedrag voor een identiteitskaart is maximaal 75,80 euro voor boven de 18 jaar en 40,92 voor daaronder.
(Bron: Gemeente.nu)
De nieuwe Locomotie is uit!
De nieuwste uitgave van Locomotie, nummer 83, is deze week bij onze abonnees op de deurmat beland. Wil je ook kosteloos abonnee worden van Locomotie? Meld je dan hier aan!
Hieronder vind je de digitale versie van Locomotie 83. In deze editie worden de volgende onderwerpen behandeld: het nieuwe beleid van het WB, OPNL Voorzitter Sybren Singelsma: “Eerst de basis versterken, dan zorgen voor verdere groei”, Nieuwe gezichten in het bestuur van OPNL en een analyse van Senator Auke van der Goot: “Aan regionale achteruitgang zijn achtereenvolgende kabinetten debet”.
Wij gebruiken cookies om onze site en onze service te optimaliseren.
Functioneel
Altijd actief
The technical storage or access is strictly necessary for the legitimate purpose of enabling the use of a specific service explicitly requested by the subscriber or user, or for the sole purpose of carrying out the transmission of a communication over an electronic communications network.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
The technical storage or access is required to create user profiles to send advertising, or to track the user on a website or across several websites for similar marketing purposes.